DIT INTERVIEW IS INTEGRAAL OVERGENOMEN VAN HET VOETBALKENNISPLATFORM VAN TRAINERS MAGAZINE
Om een positieve impuls aan het Nederlands voetbal te geven, moeten we steeds op zoek naar creativiteit. Club en trainers die het anders durven doen. In deze aflevering: Freek Jansen, al jarenlang één van de trainers van LSVV ‘70 uit Leiden: “Iedereen voetbalt voor zijn hobby. Trainers lijken dat nog wel eens te vergeten.”
Tekst: Paul van Veen
“Het All stars gevoel.”
“Dat gevoel proberen we bij LSVV te benaderen. Een groep vrienden die echt voetballen voor hun plezier en omdat ze dat willen. Die zijn er niet omdat het van een trainer moet, maar omdat ze het zelf willen. De meeste spelers zijn dan ook tussen de 25 en 35 jaar oud, hebben zelf een drukke baan en staan aan het begin van hun maatschappelijke carrière. Ze vinden het erg leuk om te voetballen, maar wel puur als hobby. Trainen doen we maar één keer per week, op woensdag. Maar wel op redelijk niveau, afgelopen seizoen speelden we in de derde klasse van het district West 2.”
“Wim Mugge, al jaren één van de trainers van LSVV, heeft al een aantal keer geprobeerd om twee keer te gaan trainen (vooral ook omdat de tegenstanders in de competitie dat wel doen), maar dat past niet bij deze club. Dan zag dat je de helft op dinsdag en de helft op donderdag komt. Dat had geen zin, dus gingen we weer snel naar één keer per week.”
Afzeggingen
“Doordat mensen echt voor hun hobby voetballen, hebben we natuurlijk wel te maken met meer afzeggingen dan andere ploegen op ons niveau. Dat is geen enkel probleem. Bij ons maakt het niet uit waarom mensen afzeggen. Er zijn geen goede en slechte redenen. Iedereen bepaalt dat voor zichzelf. Als het min vijf graden is of het regent, dan zijn er minder spelers op de training. Als er een leuke Champions League wedstrijd is, dan zijn er minder spelers op de training.”
“In de finale van de nacompetitie misten we zelf een speler of tien. Vijf van die spelers hadden redenen waar je bij een andere amateurclub echt niet aan hoeft te komen. Zo had er één een visweekend, de ander was bij schoonfamilie en een ander had gepland om die dag te verhuizen. Ik denk dat een trainer bij een andere club helemaal gek had geworden. Die had die spelers misschien wel uit de selectie gezet of was misschien zelf wel opgestapt.”
Trainer
“Dat is ook één de belangrijkste reden waarom het voor ons moeilijk is om een trainer te vinden. Welke trainer met UEFA-B wil ons nu trainen geven? Daarnaast hebben we amper budget. Gelukkig hebben we Jan Nonkes bereid gevonden om onze hoofdtrainer te zijn. Zo voldoen we aan de regels van de KNVB dat je een UEFA-B als trainer moet hebben op ons niveau.”
“Ondanks dat we het goed geregeld hebben, hebben we toch een boete gehad van de KNVB. Het bleek dat de VVON een wedstrijd was komen kijken waarin Jan op vakantie was. Daarnaast doe ik alle communicatie naar de buitenwereld, omdat ik – volgens Jan – daar beter geschikt voor ben: ik loop al twaalf jaar bij LSVV rond, ik zit zelf in de journalistiek, ik kan redelijk praten en ik ken de club van A tot Z. Volgens de KNVB was ik dus de trainer.”
“Onzin natuurlijk, want we doen het allemaal met elkaar. Jan is officieel onze trainer. Maar dat betekent niet dat als Jan er is dat anderen stil op de bank moeten gaan zitten. Iedereen mag wat roepen en zo coach ik ook wel eens tijdens de wedstrijd. We hebben de afspraak dat iedereen mag zeggen wat hij op dat moment nodig vindt. Volgens de VVON kan dat allemaal niet en de KNVB vond het aanvankelijk nodig om die boete op te leggen. Waar gaat het allemaal over? De KNVB kent onze club, weet hoe het inmiddels werkt, gaf ons grotendeels gelijk, maar de VVON heeft zich van een slechte kant laten zien. Absoluut niet aan het belang van de club en het amateurvoetbal gedacht. Dat vind ik heel triest. En ook nog eens zonder een normale vorm van communicatie. In ons geval ook nog eens onterecht, want we doen alles volgens de regels, dat heeft uiteindelijk de beroepscommissie van de KNVB ook nog eens besloten.”
“Blijkbaar moet je als hoofdtrainer in Nederland binnen vaste lijnen kleurtjes. En erger nog: dan alleen in die kleuren die logge instanties bepalen. Wij geloven er in dat iedereen moet doen waar hij goed in is. Dat we iedereen datgene laten doen wat hij leuk vindt. In de rust bij ons is dan ook echt geen standaard praatje zoals bijna iedere club dat doet: iedereen (dus ook een speler) mag zeggen wat hij wilt.”
Geen standaard hiërarchie
“Bij onze club geloven we sowieso niet in die ‘standaard’ hiërarchie. Wij doen alles samen. Iedereen moet taken doen, ook vrijwilligerstaken. Zo is er bijvoorbeeld ook een lijstje wie er wanneer een wedstrijd moet fluiten. En dat moet dus ook de beste speler van het eerste doen. Dat kan dus betekenen dat die speler uit het eerste een kwartier na zijn wedstrijd – als je net 90 minuten je helemaal de schompes gewerkt hebt – nog een wedstrijd van een lager team moet fluiten. Bij hoeveel clubs zie je eerste elftal spelers dit voor of na hun wedstrijd doen?”
Kudde-trainers
“In onze ogen hoort dat er allemaal bij. Zo doen wij dus ook de coaching op onze manier, zonder hiërarchie. Maar dat mag volgens Zeist blijkbaar niet. Ik denk dat je door deze insteek bijna alleen maar kudde-trainers hebt in het voetbal. Dat zie je ook vaak in de speelwijze. Bijna alle tegenstanders spelen 4:3:3 en allemaal gaan ze uit van dominant spel en het positiespel. Denk je nu echt dat je op dit niveau een tegenstander kapot kan spelen met positiespel?”
“Dan snap je er helemaal niets van.”
“Je mag al blij zijn als jouw ploeg de bal vijf keer naar dezelfde kleur kan spelen. En dan hoor je weer over het veld ‘haal de bal eruit’. Natuurlijk niet. Ten eerste vermoord je zo alle creativiteit in het voetbal en ten tweede hebben – voordat je het weet – de verdedigers of zelfs de back weer het vaakst de bal. Die worden vaak niet door de trainer op back gezet omdat ze goed kunnen voetballen. Maar onze backs zijn natuurlijk wel goed”, vult Freek lachend snel toe.
“Maar voor ons fijn dat bijna iedereen hetzelfde denkt. Daar maken wij gebruik van. Wij spelen 4:4:2 en daar hebben veel tegenstander al moeite mee. Daarom zijn we dan ook op ons best in de eerste twintig minuten van de wedstrijd. Met een beetje geluk hebben wij al twee keer gescoord, voordat de tegenstander een beetje door heeft hoe het staat. Bij ons moeten spelers vooral de bal er niet uit halen. Ben je op de helft van de tegenstander? Maak acties, ga pingelen, probeer die pass te geven. Weet je hoe vervelend dat is voor de tegenstander?”
Plezier, plezier, plezier
“Verder maken we het tactisch niet te moeilijk. Je maakt goede afspraken over hoe je druk zet en we spelen compact. Veel meer moet je ook niet willen op dit niveau. Het risico is zelfs dat spelers onnatuurlijke en domme dingen gaan doen als je ze teveel tactische opdrachten geeft.”
“Het is maar amateurvoetbal. Vergeet dat niet. Als trainer moet je er voor zorgen dat de sfeer goed is en moet iedereen er volle bak voor gaan. Op dit niveau is trainer zijn ook alleen maar hobby. Hoe hebben we het zover laten komen dat een trainer op dit niveau verplicht is én dat hij duizenden euro’s moet verdienen? Eigenlijk zou het voldoende moeten zijn wanneer je geen contributie hoeft te betalen als trainer. Vaak zijn het de spelers die het verschil maken en zeker niet de trainer. Plezier, plezier, plezier, dat is echt het enige waar het om draait.”
“Zijn wij bij LSVV dan niet fanatiek? Jazeker wel. Die twee keer drie kwartier zijn wij hartstikke fanatiek. Maar in warming-up mag iedereen lekker doen wat hij wilt. Ze voetballen al zo lang: ze mogen inmiddels wel weten hoe ze zich optimaal voor een wedstrijd moeten voorbereiden? De spelers kennen hun lichaam het beste en hoe zij het beste een warming-up moeten doen. Als ze er maar voor zorgen dat ze aan het begin van de wedstrijd op hun best zijn. De één loopt daardoor misschien wel een half uur zonder bal en de ander gaat na een paar minuten al op doel schieten of gaat hooghouden.”
“Het is soms ook leuk om dan naar de andere helft te kijken. Daar is de tegenstander vaak bezig met allemaal pylonen, positiespelen en andere moeilijke oefenvormen. Die kijken misschien naar onze warming-up en denken dat we er niets van kunnen. Het resultaat is dan ook dat we best vaak het eerste kwartier voor staan. Misschien beginnen wij wel relaxter aan de wedstrijd.”
Normaal
“Tijdens de wedstrijd is het dus fanatiek, maar wel op een normale manier. Het is maar voetbal. Zo hebben we wel eens een jaar in de Haagse competitie gezeten en daar merkten we dat veel tegenstanders toch wel wat moeite hadden met onze insteek. Die waren gewend om elke zaterdagmiddag een oorlog uit te vechten met de tegenstander, intimideren en dat het bijna een matpartij zou worden.”
“En dan krijgen ze ons.”
“Dan zien ze een tegenstander waar bijna geen ruzie mee te krijgen is. Je zag ze die wedstrijden helemaal in de war raken. Een ander aspect van ons team is dat we het woord ‘kanker’ op het veld niet accepteren. Als een tegenstander dat woord noemt, zullen we deze meteen corrigeren. Hetzelfde geldt voor de scheidsrechter. Als de tegenstander op de scheidsrechter gaat zeiken, dan komen we voor de scheidsrechter op. We vinden het heel belangrijk dat iedereen zich normaal gedraagt. Ook de tegenstander.”
“Dat komt omdat we er net wat anders in staan.”
“Dan verlies je een keer een voetbalwedstrijd. Jammer dan. Het gaat er om dat je met zijn allen plezier hebt en lekker met elkaar aan het sporten bent. Als wij verloren hebben, dan balen ook wij even. Verliezen is nooit leuk, maar na vijf minuten is iedereen weer lachen. Je ziet soms tegenstanders zelfs tot in de auto stil naar huis gaan, dat zal bij ons nooit gebeuren.”
“Dat betekent ook dat we er realistisch in staan. Waarom heb je een groot feest als je promoveert, maar geen feest als je het seizoen er op vervolgens niet degradeert? Waarschijnlijk is die prestatie nagenoeg gelijk aan het kampioen worden. Of misschien zelfs wel beter. Dan zou je het eerst slecht moeten doen om kans te maken op een groot feest. Daarom gaan we ieder seizoen wanneer we iets te vieren hebben met de boot door de grachten en maken er een groot feest van. Dit jaar zit dat er helaas niet in: we zijn gedegradeerd.”
“Je gaat de mooiste tijd als voetballer beleven”
“Tenslotte is het wel belangrijk dat er een spelersgroep staat die weet hoe het bij ons gaat. Je moet wel bij ons passen en er hetzelfde in staan. Als je te ambitieus of perfectionistisch bent, dan zeggen we eerlijk tegen je dat je beter niet naar LSVV kan komen. Dan ontstaat er namelijk gezeur over bijvoorbeeld de trainingsopkomst of de reden dat er iemand niet is. Je moet het echt snappen. Ik zeg dan ook altijd tegen elke nieuwe speler: je gaat de mooiste tijd als voetballer beleven, maar je zal bij ons als voetballer niet beter worden. Dat is uitgesloten. Jouw voetballeven wordt wel veel mooier, dat is ook wat waard.”
“Zoals het nu gaat, is geweldig. Er zijn dan ook regelmatig spelers van de tegenstander die jaloers op ons zijn. Dan horen we dat het er bij ons zo relaxed aan toe gaat, zeker als de tegenstander op elkaar aan het zeiken is of als hun trainer als een malle staat te schreeuwen. Spelers die bij ons komen voetballen zeggen ook vaak dat ze het veel eerder hadden moeten doen. Ze vinden het goud.”
We proberen voetbal zo dicht mogelijk te benaderen zoals voetbal bedoeld is:
Een hobby. De allerleukste bijzaak van het leven.
Op de woensdag en de zaterdag is dat bij LSVV een vast gegeven.